Maart 2021
Een sociaal minimum is het fundament van de armoedebestrijding. Dit sociaal minimum is volgens de Rijksoverheid “het minimale bedrag dat u nodig heeft om in uw levensonderhoud te kunnen voorzien”. In Europees Nederland geldt al sinds jaar en dag een formeel vastgesteld sociaal minimum.
In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is ook voor Bonaire het sociaal minimum in 2019 berekend voor verschillende huishoudens. Maar formeel is er voor Caribisch Nederland nog steeds geen sociaal minimum vastgesteld. Bonaire moet het doen met de in 2019 vastgestelde ijkpunten. Het berekende sociaal minimum – de minimale kosten van levensonderhoud – is maar liefst 45% tot 50% hoger dan deze ijkpunten.
In de brief van 27 juni 2019 inzake de Voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland stelde Staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken voor de Caribisch Nederlandse eilanden ijkpunten voor het sociaal minimum vast. In de bijlage bij deze brief zijn de specificaties te vinden die in dit opiniestuk zijn gehanteerd.
Armoede, een hardnekkig probleem.
Al jaren is bekend dat de kosten van levensonderhoud van werkenden met een minimumloon op Bonaire veel hoger zijn dan de inkomens. Medio 2019 heeft de Nederlandse regering met de berekening van het sociaal minimum een stipje aan de horizon gezet dat maar niet dichterbij wil komen. Maar de manier waarop de Nederlandse regering de cijfers steeds heeft gepresenteerd, met een sterke nadruk op het ijkpuntbedrag voor een alleenstaande, heeft velen op het verkeerde been gezet.
Vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid wil Unkobon met behulp van grafieken duidelijk maken hoe de cijfers zijn gehanteerd en welke consequenties dat heeft voor het toekomstperspectief van de “working poor”.
Unkobon heeft in grafiek 1 voor verschillende huishoudens in beeld gebracht wat het verschil is tussen een realistisch sociaal minimum en de ijkpunten sociaal minimum voor Bonaire.

Grafiek 1
Minimumloon en sociaal minimum.
In Europees Nederland is het minimumloon gebaseerd op de minimale kosten van levensonderhoud van een tweepersoonshuishouden.
Voor Caribisch Nederland lijkt dat vergeten. De regering meldt dat het minimumloon op Bonaire nu rond het ijkpunt ligt. Daarmee doelt men niet op het ijkpunt van een tweepersoons huishouden ($1.340) maar op het ijkpunt dat is vastgesteld voor een alleenstaande ($951). Voor Bonaire vinden we die ijkpunten en minimale kosten in de bijlage-bij-voortgangsrapportage-ijkpunt-bestaanszekerheid-caribisch-nederland-2020. De vastgestelde ijkpunten zijn fors lager dan het berekende sociaalminimum.
De staatssecretaris streeft namelijk naar forse verlagingen van de kosten van levensonderhoud. Met het ijkpunt wordt daar een voorschot op genomen. Het door kostenverlagingen te realiseren sociaal minimum is de stip aan de horizon.
Maar de kostenverlagingen blijven uit, die stip wil maar niet dichterbij komen. Gezien de specificatie van de kostenverlagingen die de staatssecretaris in 2019 gaf is dat niet zo verwonderlijk. In grafieken 2 en 3 zijn die specificaties in beeld gebracht.

grafiek 2
De uitgaven voor sociale participatie zijn eenvoudigweg geschrapt. Mensen op het minimum in de Caribische gemeenten van Nederland hebben kennelijk geen behoefte aan sport, familiebezoek of giften voor verjaardagen.
Het overgrote deel van de kostenverlagingen vond de staatssecretaris bij de woonlasten. In de grafiek 3 is dat nader in beeld gebracht.
Op dit onderdeel wordt – op papier – erg veel bespaard op de kosten van huur/hypotheek. Dat doet de staatssecretaris met de redenering dat deze woonlasten niet hoger mogen zijn dan 33% van het minimumloon. Zover zijn we nog lang niet. Er moeten eerst veel sociale huurwoningen worden gebouwd om dit te bereiken. De helft van de 9000 huishoudens heeft een inkomen onder het werkelijke sociaal minimum. In 2019 waren er slechts 488 sociale huurwoningen. Het plan is om er de komende jaren 500 bij te bouwen. Begin 2021 zijn er 70 bijgekomen. Nog lang niet genoeg om alle huishoudens met de laagste inkomens in te huisvesten.

Grafiek 3
De grote groep lage inkomens die aangewezen is en blijft op particuliere huurwoningen kan in de toekomst misschien een huurtoeslag krijgen. De pilot die de mogelijkheid moest onderzoeken, is uitgesteld. Lage inkomens in een zelfgebouwde eigen woning hebben pech. Voor deze groep zijn geen kostenbesparende maatregelen voorzien.
Bij de vervoerkosten heeft de staatssecretaris de kosten van het woon-werkverkeer geschrapt. “Reden hiervoor is dat het gaat om een ijkpunt voor het sociaal minimum voor mensen die niet werken”. De grote groep “working poor” heeft gewoon pech.
Voor een besparing op de kosten van elektriciteit gaat de Staatssecretaris uit van een gemiddeld 35% lager verbruik dan waarmee Regioplan rekening hield. Kennelijk is een airco niet nodig als er sprake is van een laag inkomen.
In 2020 zijn – tijdelijk – besparingen gerealiseerd op de kosten van elektriciteit, water en internet. De vaste gebruikstarieven elektriciteit en water worden in verband met de Covid crisis tijdelijk volledig gesubsidieerd en ook op internetverbindingen is een tijdelijke subsidie toegekend. Als de covid crisis voorbij is en de subsidie weer wordt ingetrokken is deze kostenverlaging er niet meer.
Hoe nu verder
De focus op een onrealistisch laag ijkpunt vertroebelt het zicht op de werkelijke kosten van levensonderhoud. Het gebouw van waaruit de armoedebestrijding moet plaatsvinden heeft nog steeds geen fundament. Niet het sociaal minimum, maar het ijkpunt moet als stip op de horizon worden gezet. Het wordt hoog tijd om het sociaal minimum – net als in Europees Nederland – te baseren op de werkelijke kosten van levensonderhoud en niet op fictieve lagere bedragen.
In grafiek 4 is zijn de bedragen van het sociaal minimum in Europees Nederland en op Bonaire naast elkaar gezet. Ook minimumloon en ijkpunten zijn in beeld gebracht. Voor de omrekening in dollars is een koers van $1,19 voor een euro gebruikt.
Bij het vaststellen van de hoogte van het minimumloon speelt niet zozeer een economische maar meer een ethische vraag. In Nederland is het minimumloon in 1968 ingevoerd omdat indertijd volgens de SER iedere werknemer verzekerd diende te zijn van een dusdanig inkomen dat hij of zij in het licht van de ‘algehele welvaartssituatie’, een ‘sociaal aanvaardbaar’ bestaan zou hebben. Een ethische overweging.
Hoe belangrijk is het voor de samenleving van Bonaire dat iemand die full time werkt, minimaal een beloning krijgt waarmee hij de minimale kosten van levensonderhoud kan betalen?
Vanuit Unkobon vinden wij het verschil in bejegening van mensen in Caribisch Nederland en in Europees Nederland als het gaat over het sociaal minimum en het minimumloon noch ethisch, noch economisch te rechtvaardigen. Op Bonaire zijn de kosten van levensonderhoud zeker zo hoog als in Nederland, of – afhankelijk van de dollarkoers – zelfs hoger. Dan zouden ook sociaal minimum en het minimumloon ook gelijk of hoger moeten zijn dan in Europees Nederland. Aan de theoretische ijkpunten die de Rijksoverheid heeft ingevoerd hebben de mensen helemaal niets…daar kun je niet van eten.
Een na te streven minimumloon voor Bonaire zal – net als in Europees Nederland – moeten worden gebaseerd op het sociaal minimum van een tweepersoonshuishouden.
Misschien kan het verschil tussen het berekende sociaal minimum op Bonaire en de huidige lonen en uitkeringen niet in één keer overbrugd worden, omdat dat verschil zo groot is. Maar dan zou het in de rede liggen om met een gericht plan deze verschillen op zo’n kort mogelijke termijn weg te poetsen. Nu lijkt het erop dat de onrechtvaardige verschillen tussen mensen in Caribisch Nederland en de mensen in Europees Nederland willens en wetens in stand worden gehouden.
Het is hoog tijd om de stip van het sociaal minimum van de horizon te trekken en een plan te maken dat de “working poor” daadwerkelijk perspectief biedt. Om dat te bereiken zijn nu jaarlijks forse verhogingen van het sociaal minimum nodig. Een verlaging van het sociaal minimum door kostenverlagingen is pas mogelijk op het moment dat deze kostenverlagingen zijn gerealiseerd, en niet eerder.
Naschrift
De aanzienlijke verlaging van de sociale premies leverde de werkgevers in Caribisch Nederland in 2019 ruim 17 miljoen dollar aan lastenverlichting op. De extra verhogingen van het minimumloon met 5% in 2019 en 2020 kostten de werkgevers slechts een fractie daarvan. Volgens het Eindrapport loonruimte minimumloon van 30 oktober 2020 is op Bonaire de premieverlaging slechts gedeeltelijk doorgegeven aan de werknemers. Een gemiste kans die alsnog kan worden ingehaald.